|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mijn werk is sterk verhalend. Het laat zich lezen en ontcijferen als gedichten. Met allerlei afgedankte, gerecupereerde materialen maak ik een lang verhaal, een geschiedschrijving van de verbeelding.
Reeds van begin jaren 60 maak ik beelden, objecten, kastjes met relikwieën, waarin meestal de wereld van man en vrouw opnieuw vorm krijgt.
Zo breng ik een inventaris van wat ik beleef.
Emoties, belevingen staan centraal. In elk werk schuilt een verhaal, een geschiedenis. In feite is het geheel van werken één groot verhaal van geboorte, leven, liefde en dood.
Een aantal objecten en vormen komt regelmatig terug, symbolisch geladen: de hand, de slang, de biljartbal, de spiegel, de schelp, het schaakspel …
De relatie tussen woord en beeld is belangrijk, vandaar sommige woordspelingen in de titels: "De notenboom", "In gesprek met de spiegel", "Het gekruisigde huis", "Het leven in een glazen bol", …
Met een kunst welke gecatalogeerd wordt tot het post-dadaïsme en surrealisme, sloot ik me in 1965 aan bij de internationale kunstbeweging "Phases" te Parijs onder leiding van de Franse dichter Eduard Jaguer. Dit in navolging van de grote surrealistische school met leider André Breton.
In 1969 kreeg ik een vermelding van "De jonge Belgische Schilderkunst".
|
|
|
Mijn werk vertelt over geboorte, leven, liefde en dood. Het is een lappendeken van ervaringen.
Het gaat over vreugde, over lijden, over het fascinerende in het leven en over de tegenpool, over de onmacht en de pogingen om fysieke en andere beperkingen "onder controle" te krijgen.
Elk werk is een spiegel van mijn belevenissen.
Voortdurend komen symbolisch geladen vormen terug: het ei, het oog, de knoop, de hand, de spiegel, de slang, de schelp, het schaakspel...
Neem de assemblage getiteld "Migraine". Een delicaat porseleinen hoofd wordt aan beide kanten aangevallen door een wapen, vervaardigd uit gebakken aarde. Het hoofd barst, "barst van pijn".
De onderwerpen zijn bijzonder variërend. Soms zijn ze ontsproten uit mijn zoektocht naar andere werelddelen, naar andere culturen.
Zo maakte ik in 1973 het object "De regengod", één van de belangrijkste goden uit de Mexicaanse cultuur, welke staat voor vruchtbaarheiden uitgebeeld wodt door de liggende man en het vastgehouden vrouwenhoofd, door de rivieren in het landschap, door het ei dat ons aankijkt.
Of neem de reeks werken over de "Danse macabre". "Dansen met de dood" een thema dat al uitgebreid aan bod is gekomen in de kunstwereld: literatuur, theater, dans , film, beeldende kunsten, volkskunst. Zo ontstond de assemblage "Schaken met de dood" uit "Het zevende zegel" van lngmar Bergman.
"De rode rivier van Louisiana" gaat over de rivier de Mississippi, welke een enorme invloed heeft op de staat Louisiana , als een rode draad van noord naar zuid loopt en uitmondt in New-Orleans, met de Bayou, overgangsgebied tussen land en water met de typische fauna en flora.
In "gedachten in glazen dozen" heb je "De slaap", met het liggend wit gelaat. Het gaat zowel over de dagelíjkse slaap, over de narcose slaap als de eeuwige slaap.
ln "Leven in een glazen bol" staat de breekbaarheid, de kwetsbaarheid van het leven centraal.
Mijn dadaïstische trekken zorgen wellicht voor de wisselwerking tussen het eerder onverwachte stripverhaalfiguur en elementen uit de operatiekamer. De glazen bel, waarin het gebeuren zich afspeelt is uiterst breekbaar en kan elk moment uit elkaar spatten.
Het object "Het visseneiland": een confrontatie tussen verschillende culturen, welke samen, zonder onderscheid op één groot eiland bij elkaar zitten, verbonden door dezelfde, met bloed gevulde ader.
Heel anders is het werk "De reis van de rode reus en de vrouw uit de zee", een ontmoeting tussen twee uitersten. De met schelpen beladen vrouw draagt de rode reus in het metafysische landschap als een relikwie in haar borst.
ln "Gesprek met de spiegel" transformeert de man in vrouw en omgekeerd, een spel met beelden.
"De geboortekamer van het hart" weerspiegelt de wereld van man en vrouw.
Het boekobject "Jan De Roek" bevat symbolen welke de dichter in zijn creaties gebruikt: de hand, de gebarsten spiegel, scherven, verdorde takken, de symboliek van de vrijmetselaar...
ln een reeks tekeningen-collages over de Mona-Lisa van Da-Vinci liet ik haar een eigen leven leiden.
Niet verwonderlijk dat Mona-Lisa ergens een tweeling zuster had en ooit op bezoek kwam in België.
Jaren terug schreef men dat ik "de introvert ben, welke zijn eigen wereld onverbiddelijk in kaart brengt, soms met een speelse ironie, soms verward en verwarrend, dan weer harde werkelijkheid en innerlijke wijsheid".
Een criticus noteerde in "Le Soir": "lnquiétantes visions chargées de sens et d'éternité".
ln mijn objecten, assemblages, collages...kan men dwalen door het landschap van mijn gedachten en de geuren opsnuiven van mijn geheime kamers.
|
annie debie |
|
|
|
Mon œuvre est très narrative. Elle peut être lue et déchiffrée comme des poèmes.
Avec toutes sortes de matériaux mis au rebut et récupérés, je fais une longue histoire, une historiographie de l'imagination. Dès le début des années soixante, je réalise des sculptures, des objets, des petites boîtes avec des reliques, dans lesquels l’univers de l'homme et de la femme se reproduit. J'apporte donc un inventaire de ce que je ressens. Les émotions, les expériences sont essentielles.
Dans chaque œuvre, il y a une histoire. En fait, l’ensemble des œuvres est une grande histoire de la naissance, de la vie, de l’amour et de la mort. Certains objets et formes, chargés de symboles, apparaissent régulièrement: la main, le serpent, la boule de billard, le miroir, la coquille, le jeu d’échecs.
Aussi bien les mots que les images sont importants, d’où quelques jeux de mots dans les titres: "Le noyer", "En conversation avec le miroir", "La maison crucifiée *," La vie dans une boule de verre".
Avec un art catalogué ‘Poste Dadaïsme et Surréaliste’, je rejoins le mouvement artistique international "Phases", né à Paris sous la direction du poète français Eduard Jaguer en 1965. Celui-ci a été suivi par la grande école surréaliste avec comme chef André Breton. En 1969, j’ai obtenu une mention au sein de ‘ La jeune peinture belge’
|
annie debie |
|
|
|
|
|
My work is highly narrative. It can be read and decrypted like poems.
Using all kinds of discarded, recycled materials, I create a long story, a historiography of imagination.
Since the early sixties I have been making sculptures, objects, boxes with relics, in which usually the world of man and woman takes shape again.
In this way, I bring an inventory of what I experience.
Emotions, experiences are central. In every creation there is a story, a history.
In fact all works together are one big story of birth, life, love and death.
Several objects and shapes come back frequently, loaded with symbolisme: the hand, the snake, the billiard ball, the egg, the mirror, the shell, the button, the chess game.....
The relationship between word and image is important, hence some puns in the titles.
In 1965, with an art catalogued as post-dadaism and surrealism, I joined the international art movement "Phases" in Paris, under the direction of the French poet Eduard Jaguer, following the example of the great surrealist school with leader André Breton.
In 1969 I received a mention from "Young Belgian Art" ( Jonge Belgische Schilderkunst )
A critic wrote in the newspaper "Le Soir": "Bewildering visions full of meaning and eternity".
|
|
annie debie |
|
annie debie - tekst - text - texte ellingen |